Naar Queenstown

Het weer is bewolkt en frisjes, maar het ziet er naar uit dat de lucht gaat breken. Van Te Anau vanmorgen om 9 uur vertrokken. Eerst een stuk terug omdat er geen andere weg is in dit gedeelte. Tot Mossburn, vandaar wordt de weg weer een nieuwe ervaring; hier zijn we nog niet geweest. We rijden eerst weer door bijna onbewoond gebied met weilanden met schapen en/of herten. En dan komen we in een voormalig gletsjergebied met veel stenen en geulen die de gletsjers gemaakt hebben. Het is volkomen onbewoond; in de verte zie je hoge bergen aan zowel de westkant als de oostkant. We drinken koffie even voorbij Five rivers (waarom zou dit stadje zo heten??). En passeren Garston, een plaatsje (mag eigenlijk die naam niet hebben, het zijn 6 huizen) is bekend in Nieuw Zeeland omdat het het enige plaatsje is dat meer dan 100 km van de zee/oceaan ligt; nl. 108 km. Dan komen we bij het Wakatipu Lake en hebben een prachtig uitzicht op de bergen. We rijden langs de bergketen The Remarkables, dat een groot wintersportgebied is. We rijden tot de Kawarau bridge (1880), deze is internationaal bekend vanwege het bungy-jumpen. En natuurlijk gaan we even kijken wie het waagt om aan een elastiek van de brug te springen. Het is een prachtig gebied maar er is niemand van onze groep die de sprong durft te wagen. Vandaar naar Arrowtown; een oud goudzoekersstadje met nog huizen en winkeltjes uit de oude tijd. Ook zijn er nog een paar huisjes over van de Chinatown waar een groep Chinezen hun geluk beproefde met goudzoeken.
We komen rond half 4 in het hotel in Queenstown aan; Pa gaat ff uitrusten: hij is niet zo lekker; hij heeft last van zijn keel en heeft daardoor afgelopen nacht niet zo goed geslapen. We eten in het hotel en dat bevalt prima.